Circulaire arbeidsmigratie, een nieuwe mythe?

3-11-2023, aanvulling 23-4-2024

 

Op pagina Ontwikkelingen vanaf juni 2023 beschreef ik het adviesrapport van Denkwerk dat betoogt dat Nederland niet ontkomt aan arbeidsmigratie om de kosten van de publieke sector betaalbaar te houden. Ik beveel lezers aan om eerst die pagina te lezen.

Circulaire migratie (ook duurzame migratie genoemd) wordt als een goed middel gezien.


Ik citeer uit het rapport (p. 43):

Een manier is circulaire arbeidsmigratie, dat gaat ervanuit dat een migrant uiteindelijk weer teruggaat naar het land van herkomst. Nederland neemt daarbij een deel van de opleiding voor zijn rekening. Deze arbeidsmigranten krijgen een werkvergunning voor een bepaald aantal jaar. Na deze periode kunnen ze kiezen om hun vergunning te verlengen of weer terug te keren naar het land van herkomst – met een opleiding en werkervaring op zak.

Dit soort samenwerking moet worden gezocht met landen waar de populatie groot, (relatief) jong, en groeiend is en waar opleidingen voor de specifieke vakkrachten die Nederland nodig heeft van goed niveau zijn. Denk bijvoorbeeld aan Indonesië, de Filipijnen, en India. In deze landen is er juist een ruime arbeidsmarkt en kan lang niet iedereen aan het werk. 

 

Nederland wordt dan een doorstroom- of hubland.


Denkwerk ziet circulaire migratie als een win-win-relatie want het herkomstland heeft het voordeel remigranten terug te krijgen met een goede opleiding en werkervaring. Als extra onderdeel van de overeenkomst in belang van het bestemmingsland ziet Denkwerk de mogelijkheid om de herkomstlanden te vragen om uitgeprocedeerde asielzoekers terug te nemen.

 

Natuurlijk, het is voordelig voor Nederland en Nederlandse werkgevers als migranten naar Nederland komen in de meest arbeidsproductieve fase van hun leven en weer naar hun herkomstland verhuizen voordat ze de AOW-leeftijdsgrens bereiken en in ons land gaan behoren tot de non-actieve grijze groep. Op die manier voorkomt Nederland dat de disbalans actief vs. non-actief steeds weer hersteld moet worden met een steeds hoger migratiesaldo (De Haas, 2023, p. 291-292).


Om te beoordelen of dit plan gaat werken lijkt het me onvoldoende om, zoals Denkwerk doet, de migratie te zien als afweging van belangen tussen Nederland en het herkomstland, en te concluderen dat er in dat geval een win-winrelatie kan bestaan.

Eerder is er sprake van een model met zes belanghebbenden: 1. (potentiële) migranten, 2. Nederlandse burger(s), 3. burgers uit herkomstland, 4. Nederlandse werkgevers, 5. Nederlandse staat, 6. herkomstland. Zie onderstaande tabel waarin voor elk van de belanghebbenden voor- en nadelen zijn geplaatst.

 

Tabel: voor- en nadelen voor zes partijen bij circulaire migratie

Het boek van Hein de Haas (2023) bevat voor veel van de overwegingen uit de tabel, zowel voor de voor- als voor de nadelen, empirische evidentie.  

 

Ik noem enkele nadelen uit de tabel die het succes van circulaire migratie te niet kunnen doen of (enkele) actoren kunnen doen beslissen er niet in te stappen.

 

In de eerste plaats zal (de regering in) het herkomstland vooral voordelen moeten zien in de overeenkomst. Zou dat wel zo zijn? Het land zou heel goed zwaarwegende overwegingen kunnen hebben om niet in te gaan op het verzoek. Het land raakt goede krachten kwijt (brain drain). Het bestemmingsland profiteert meestal meer, leert onderzoek (De Haas, 2023, p. 275), en waarschijnlijk helemaal in een circulaire overeenkomst waar de migrant terugkomt als hij of zij waarschijnlijk de meest productieve jaren achter de rug heeft. Ook zal het herkomstland zich een beeld trachten te vormen wat het doet met burgers die blijven als de migranten weer terugkomen en waarschijnlijk een luxe leven willen en kunnen leiden. 

Het bestemmingsland heeft aanzienlijke kosten te maken om een samenwerking op te zetten met het herkomstland, om een wervings- en selectiekantoor in dat land op te zetten, te bemannen en te laten functioneren. Eveneens om de migrant nog aanvullende opleidingen te laten doen. Het is de vraag of deze kosten deels zijn terug te krijgen bij de werkgever of de migrant. Als de werkgever een deel van de kosten moet betalen ontstaat het gevaar dat de migrant door opleidingsinstituten of werkgevers vanwege verdien- of bezuinigingsmogelijkheden wordt uitgeknepen, zoals onlangs in Nederland gebeurde met Indonesische verpleegkundigen (BNR/VARA, 2023; Youtube, 2023).

De procedures deels of geheel overlaten aan commerciële bureaus is riskant want dat kan leiden tot de huidige bedroevende status waar migranten worden uitgebuit of in dwangcontracten belanden.


Als ook andere landen in dezelfde vijver vissen, heeft dat ongunstige repercussies voor het selectierendement; een goede selectieprocedure zal aan financieel rendement inboeten als de procedure minder selectief kan zijn.  

Zoals De Haas (2023, p. 277-279) laat zien profiteren in het bestemmingsland vooral welgestelde mensen van de economische voordelen van arbeidsmigratie. De kosten van circulaire immigratie (onderhandeling met herkomstlanden, werving en selectie, etc.) zullen fiscaal afgewenteld worden op alle burgers. De externe kosten, met name verminderde ecologie van ons land, komen ook op het conto van alle Nederlandse burgers, arm of rijk.

 

Burgers in het bestemmingsland zullen wellicht moeite hebben met de voorkeursbehandeling van circulaire migranten, helemaal in Nederland met het gebrek aan woningen. Zie de problemen in Amsterdam en in Eindhoven en omgeving waar Nederlandse burgers uit de woningmarkt worden geprijsd door rijke expats.

 

De Nederlandse werkgever zal misschien niet in alle gevallen gelukkig zijn om goed opgeleide en ervaren experts te laten vertrekken naar hun land, in de eerste plaats omdat dat het succes van hun bedrijf negatief beïnvloedt. Er kan nog een andere reden zijn voor de werkgever om ongelukkig te voelen; ik denk aan de glastuinbouw waar de voormalige medewerkers de Nederlandse tuinbouwers zouden kunnen gaan beconcurreren met kassen aldaar die voor de teelt van gewassen veel minder energie vragen dan hier.

 

De migrant zal moeten beoordelen of het contract ondubbelzinnig geformuleerd is als het gaat om rechten en plichten, zelf te betalen kosten, pensioenopbouw, repercussies bij vroegtijdig vertrek (naar andere werkgever in Nederland, naar het land van herkomst). Is het aantrekkelijk dat hij of zij zal zich eraan verbindt om na een afgesproken periode weer terug te moet keren naar het land van herkomst? Is de beslissing om te migreren de investering en misschien ook de ontberingen waard? Is er een mogelijkheid om regelmatig terug te gaan naar familie en vrienden in het herkomstland? Idem om in het bestemmingsland dichtbij landgenoten te wonen? Moet hij of zij zich door de tijdelijkheid van het contract dingen ontzeggen: huwelijk, kinderen? 

Als het moment van remigratie eraan komt zijn er nieuwe overwegingen: kan ik mijn contract verlengen (Denkwerk beschrijft dat als een optie), en zo ja, onder welke condities? Kan ik met mijn kennis en ervaring aan het werk in mijn land van herkomst? Hoe is het daar gesteld met politieke stroming, met de kwaliteit van leven, bijvoorbeeld in verband met klimaatverandering? Zal ik (en mijn gezin) zich er thuis voelen?

 

Het hebben van een partner en (schoolgaande) kinderen kunnen het de migrant moeilijk maken om te remigreren. 


Van Gaalen en Bijwaard (2008) deden onderzoek bij een groep van 46.000 arbeidsmigranten in de periode 1999 tot en met 2003 en vonden onder andere:

Ongehuwde en kinderloze arbeidsmigranten verlaten Nederland veel sneller dan degenen die zijn getrouwd, samenwonen, of zijn gescheiden. De eerste migranten hoeven alleen hun eigen beslissing om te migreren te nemen, terwijl de migranten met een partner en/of kinderen gezamenlijk moeten beslissen. Daardoor zijn de laatsten immobieler. (p. 202).

 

Deze conclusie wordt bevestigd in een ander onderzoek (Kleinepier, e.a.,2015) op een steekproef van ongeveer 11.500 Poolse arbeidsimmigranten in Nederland.

Our analyses showed that the majority of Polish migrants that left the Netherlands were single and hardly any of these individuals had children living in the household. Similarly, return migration was found to be very unlikely among those who were in the cluster ‘(non)marital birth’ (meaning that they had a child either in a unmarried or married union in the Netherlands). (p. 24).

 

Mogelijk verzetten ook andere belanghebbenden zich tegen vertrek van de migrant: de werkgever die een goede medewerker niet kwijt wil, Nederlandse burgers die protesteren dat vrienden moeten afreizen (we hebben al ervaring met kleermaker Gümüs wiens gedwongen vertrek een storm van protest opwekte). 

 

Evaluatie

Al met al ben ik erg sceptisch ten aanzien van het welslagen van circulaire migratie.

Enthousiaste verhalen dat het in andere landen, bijvoorbeeld in Frankrijk, heel goed lukt neem ik met een korrel zout. Is daar ook niet sprake van een ander soort circulaire migratie, namelijk een waarbij de migrant zich aan het eind van een seizoen afmeldt en recht heeft aan het begin van volgend seizoen weer terug te keren?. Het zal nog te kort dag zijn om het succes van circulaire migratie in de op deze pagina bedoelde zin te beoordelen.

Over gastland gesproken, we hebben in Nederland zelf slechte ervaringen opgedaan met gastarbeiders die ook tijdelijk zouden werken in ons land.

 

Zoals de titel van deze pagina aangeeft vrees ik dat er een nieuwe mythe - bovenop de 22 mythes die Hein de Haas beschreef - in de maak is. Ik schreef in juni 2023 een open brief, om mijn bezorgdheid te uiten, aan Gert-Jan Segers die zich vanaf 1 juli van dat jaar bezighoudt met circulaire arbeidsmigratie.

 

Econoom Paul De Beer publiceerde een artikel (1924) met grote relevantie voor de kwestie van het nut van arbeidsmigratie ('Nederland' in de tabel hierboven).

In de eerste plaats is de economie is alleen gebaat bij toevoeging van een arbeidsmigrant als die migrant meer bijdraagt dan het gemiddelde bbp per werkend hoofd van de bevolking. Dit komt er op neer dat een arbeidsmigrant hoogopgeleid moet zijn.

Een tweede is het gewenst dat de arbeidsmigrant geen vrouw en kinderen krijgt; die zijn niet productief, maar doen beroep op publieke voorzieningen zoals onderwijs, zorg en sociale voorzieningen. Eveneens dat de arbeidsmigrant slechts tijdelijk in Nederland blijft. (De Beer laat ook zien dat de vereiste wervingsinspanning met zo'n circulair schema enorm groot wordt).

 

Laag-productieve arbeidsmigranten kunnen de Nederlandse economie wel versterken als ze hoog-productieve werkenden tijd besparen zodat de laatste meer werk kunnen doen. Het gaat dan bijvoorbeeld om activiteiten als schoonmaak, au pair, honden uitlaten. Ook: verzorgenden zodat tijd die eerst nodig is voor mantelzorg kan worden besteed aan (beter) betaald werk.

Arbeidsmigranten met complementaire kennis en vaardigheden zijn bij uitstek waardevol, ook omdat ze het niveau van reeds aanwezige werkenden op hoger niveau brengen.

 

 

 

 

 

 

Referenties

 

BNN/VARA, Indonesische verpleegkundigen onder valse voorwendselen naar Nederland gehaald en uitgebuit, 21-7-2023

De Beer, P. (2024). Labour migration as a solution to an ageing population? European View0(0). https://doi.org/10.1177/17816858241240595

De Haas, H., Hoe migratie echt werkt, Spectrum, 2023

Hoe Indonesische verpleegkundigen met leugens naar Nederland zijn gehaald , Youtube, 26-10-2023

Kleinepier, T., de Valk, H. A. G., & van Gaalen, R. I. A. (2015). Life Paths of Migrants: A Sequence Analysis of Polish Migrants’ Family Life TrajectoriesEuropean Journal of Population31(2), 155-179. 

Van Gaalen, R. & G. Bijwaard, Wat bindt arbeidsmigranten aan Nederland? Levensloopdynamiek van tussen 1999 en 2003 gearriveerde arbeidsmigranten, CBS, 2008